Afspraak aanvragen

Verkeersregels voor rolstoelgebruikers

Verkeersregels voor rolstoelgebruikers

Wanneer je je in het verkeer begeeft met je rolstoel, dan is het uiteraard essentieel dat je dit op een veilige manier doet en je dus de verkeersregels respecteert.

Maar wat zijn de precieze verkeersregels voor mensen in een rolstoel? Dat vertellen we jou in deze blog.

1. Stapvoets: voetpad

Als je rolstoel de snelheid van een normale voetganger heeft, volg dan de verkeersregels voor voetgangers. Rij op het voetpad indien mogelijk. Is er geen voetpad? Dan mag je op het fietspad rijden, maar moet je voorrang verlenen aan fietsers. Is er geen voet- of fietspad? Dan mag je op de weg rijden maar moet je dit links doen in de tegenovergestelde richting van het verkeer.

2. Sneller dan een voetganger: fietspad

Ga je sneller dan een voetganger en rijd je tussen de 8km/uur en de 18 km/uur? Dan moet je je houden aan de verkeersregels voor fietsers en dus op het fietspad rijden. Als er geen fietspad is, dan mag je op parkeerzones en gelijkgrondse bermen aan de rechterkant rijden. Buiten de bebouwde kom mag je ook op het trottoir en verhoogde bermen rijden.

3. Verlichting en reflectoren

Het is verplicht om je rolstoel te voorzien van verlichting. Vooraan moet je een geel of een wit licht gebruiken, achteraan een rood licht. Dit hoeft geen vaste verlichting te zijn, maar kan evengoed wegneembare verlichting zijn.

Reflectoren of het dragen van een fluohesje zijn niet verplicht voor rolstoelgebruikers, maar ten zeerste aan te raden.

4. Regels bij het oversteken

Je bent als rolstoelgebruiker verplicht om het zebradpad te gebruiken als je je op minder dan 30 meter van het zebrapad bevindt. Als er geen zebrapad is, mag je nooit diagonaal oversteken, maar de kortste afstand respecteren en dus in een rechte lijn naar de overkant rijden. Steek nooit over op een plaats waar automobilisten je niet goed kunnen zien zoals tussen geparkeerde wagens of meteen na een bocht.