Afspraak maken

De razendsnelle evolutie van dynamische (K)AFO's

De razendsnelle evolutie van (K)AFO's

Dynamische (K)AFO’s hebben de afgelopen jaren een razendsnelle ontwikkeling gekend. Dat hebben we onder meer te danken aan een nieuw type scharnier waarin een dubbel veersysteem het volledige gangpatroon van mensen met een verminderde spierkracht positief beïnvloedt.

Christiaan Mertens, Clinical Expert bij VIGO, legt uit hoe deze nieuwe generatie scharnieren precies werkt, wat deze evoluti e heeft getriggerd en wat dit kan betekenen voor de patiënt.

Verminderde spierkracht van de beenspieren

“Dynamische (K)AFO’s worden voornamelijk ingezet bij patiënten die ten gevolge van een verminderde spierkracht in de spiergroepen rondom de kuit (gastrocnemius en soleus), het scheenbeen (tibialis anterior) en/of het dijbeen (quadriceps) niet langer een normaal gangpatroon kunnen ontwikkelen”, vertelt Christiaan.

“Vaak zijn het mensen met MS, een hersenverlamming, een beroerte of een andere neurologische aandoening die hiermee te maken krijgen. Dat uit zich bijvoorbeeld in het slepen van de voet over de grond (dropvoet). Hierdoor wordt wandelen moeilijk en is er een groter risico op struikelen en het verzwikken van de enkel. Een dynamische (K)AFO kan die verzwakking van de spieren compenseren door de enkel op een actieve manier te ondersteunen en door stabiliteit te bieden.

“Het is trouwens niet zo dat we standaard voor een dynamische (K)AFO kiezen in plaats van een statische (K)AFO. We verkiezen statische (K)AFO’s als het voornaamste doel van het hulpmiddel is om de beweging van het enkelgewricht te beperken en excessieve dorsiflexie of plantairflexie te beperken. De keuze voor een dynamische of een statische (K)AFO is een individueel proces dat afhangt van de specifieke noden van de patiënt in kwestie.”

Dynamische AFO's

Dynamische AFO

Van voetopheffer tot optimalisatie van het volledige gangspatroon

“Tot min of meer 5 jaar geleden hadden dynamische AFO’s voornamelijk als doel om de verminderde werking van de scheenbeenspieren (tibialis anterior) op te vangen, zodat de voet niet langer langs de grond sleept. Daar kwam verandering in toen uit observaties bleek dat 99% van de AFO-patiënten niet enkel te kampen had met een verminderde spierkracht in het scheenbeen, maar ook in de kuit en/of de quadriceps. Hierdoor is men gaan zoeken naar een scharnier dat het volledige gangpatroon optimaliseert door de verminderde spierkracht zowel in het scheenbeen alsook in de kuit en/of quadriceps te compenseren tot het optimaal gewenste niveau.”

“Het resultaat is een scharnier met een dubbel veersysteem zoals de Neuro Swing van Fior & Gentz of het Nexgear Tango-scharnier van Ottobock. Bij het initiële raken van de hiel met de grond zal de dorsale (achterste) veer op gecontroleerde wijze de plantairflexie dempen wat ervoor zorgt dat de voet niet langer met een klap de grond raakt, maar zachtjes en geleidelijk verloopt.”

“Eens de voet plat staat, wordt de ventrale (voorste) veer geactiveerd om het afduwen van de voet mogelijk te maken. Van zodra de tenen de grond niet meer raken zal de samengedrukte ventrale veer opnieuw ontspannen waarna de lancering van de zwaaifase mogelijk is. Door de constante wisselwerking tussen de veren en het nabootsen van de excentrische en concentrische functie van de spieren komen we zeer dicht bij het natuurlijke gangpatroon.”

Dynamische KAFO's

KAFO

Quadriceps-functie nabootsen

“Als we kijken naar dynamische KAFO’s zien we een soortgelijke evolutie als bij de AFO’s. Ook hier wil men het natuurlijke gangpatroon zo goed mogelijk nabootsen. Een KAFO wordt ingezet wanneer de quadriceps-functionaliteit van de patiënt in kwestie te fel verzwakt is. Om dat na te gaan meten we de spierkracht aan de hand van de MRC-schaal. Die schaal gaat van 0 tot 5 waarbij 0 erop duidt dat er geen contractie van de spieren mogelijk is en 5 wijst op een normale beweging met flink wat weerstand. Met een dynamische AFO kunnen we de spierkracht van de quadriceps maximaal met 2 eenheden compenseren. Heeft een patiënt bv. score 1 op de MRC-schaal bij de quadriceps, dan kan een AFO dus maar compenseren tot score 3. Dan is een AFO onvoldoende om een veilig stappatroon te kunnen garanderen. Bijgevolg moeten we overschakelen naar een KAFO om aan 5 te geraken.”

“Hoe komt het dat je met een KAFO wel aan MRC-waarde 5 geraakt bij de quadriceps? Dat komt doordat men op zoek is gegaan naar een orthese die werkt als een soort van externe quadriceps. Zo is de C-Brace uiteindelijk ontstaan. Als we opnieuw het voorbeeld nemen van een patiënt met MRC-waarde 1 op de quadriceps, kunnen we met de C-Brace besluiten om 4 MRC-eenheden spierkracht toe te voegen. Heeft de patiënt MRC-waarde 2, dan voegen we 3 MRC-eenheden toe. Dat kan met een specifieke software via een tablet ingesteld worden. Het voordeel hiervan is dat de patiënt de spierkracht die hij of zij nog heeft 100% blijft inzetten, maar dat de verloren spierkracht gecompenseerd wordt”

Op een actieve manier bewegen met (K)AFO’s

“Wat deze nieuwe generatie dynamische (K)AFO’s zo doeltreffend maakt, is dat ze het lichaam helpen om op een actieve manier zelf opnieuw bewegingen uit te voeren die niet langer mogelijk waren door een verminderde werking van de eerder genoemde spiergroepen. Dat is een enorme vooruitgang die perspectieven biedt voor de toekomst”, besluit Christiaan.