Afspraak maken

Kruisbestuiving tussen ingenieurs, artsen en zorgprofessionals

Levi

Tot voor kort kwam innovatie binnen technische orthopedie voornamelijk vanuit de orthopedische werkplaats. Er werd een orthopedisch hulpmiddel gemaakt en dat werd verbeterd door het voortdurend te optimaliseren op basis van ervaring (experience-based). Intussen zijn de huidige producten dusdanig geoptimaliseerd, dat het moeilijk wordt om producten mechanisch te verbeteren zonder er innovatieve technologie aan toe te voegen.

Vandaag zien we dan ook dat er steeds meer innovatieve orthopedische hulpmiddelen op de markt worden gebracht door mensen zonder orthopedische opleiding of achtergrond, maar met een gegronde technologische kennis in een ander vakdomein of branche.

Neem nu 3D-printen als voorbeeld. Die technologie werd enkele jaren geleden niet ontwikkeld met als doel om lichte en individueel perfect passende valhelmen of prothesekokers te printen. Toch zijn het dergelijke nieuwe technologieën die momenteel zorgen voor de vernieuwing binnen technische orthopedie.

Of de hologrambril. Die wordt in industriële bedrijven onder andere gebruikt om operatoren op te leiden en te assisteren. Die technologie kan zeer nuttig zijn om zorgverleners te trainen, maar kan tegelijk ook medische experten helpen om van aan de andere kant van de wereld een collega bij te staan tijdens een complexe ingreep.

Technologie en orthopedie: een interessante mix

De oorsprong van technologische innovaties binnen de technische orthopedie is meestal te vinden bij ingenieurs die zijn afgestudeerd in vrij recent ontstane studierichtingen zoals ‘Biomechanical engineering’. Daar gaan ze op zoek naar hoe technologie de capaciteiten van het menselijke lichaam verder kan uitbreiden of verbeteren. Gaandeweg realiseren ze zich dat de technologieën die daaruit voortvloeien erg nuttig kunnen zijn om orthopedische hulpmiddelen te optimaliseren.

Ingenieurs hebben de technologische kennis om de werking van orthopedische hulpmiddelen naar een nóg hoger niveau te tillen. Artsen en zorgverstrekkers
hebben de orthopedische kennis
, weten wat belangrijk is voor de patiënten en hoe ze hen in het zorgtraject het best kunnen begeleiden. Dat vormt een interessante kruisbestuiving. Wanneer ingenieurs, artsen en zorgverstrekkers met elkaar in gesprek gaan, kan dit leiden tot hoogtechnologische toepassingen die een wezenlijk verschil maken voor de patiënt.

Een mooi voorbeeld hiervan is CoMoveIT. Deze spin-off van de KU Leuven werd in 2021 opgestart en ontstond vanuit de departementen industriële ingenieurswetenschappen, revalidatiewetenschappen en bio-ingenieurswetenschappen.

Ze brachten een slimme rolstoel op de markt voor mensen die geboren zijn met een hersenverlamming en daardoor veel ongecontroleerde bewegingen maken, waardoor ze geen traditionele elektrische rolstoel met joystick kunnen bedienen.

Zij zijn voor hun verplaatsingen dus aangewezen op de hulp van anderen. Dit innovatieve rolstoelbesturingssysteem, dat werkt aan de hand van sensoren en artificiële intelligentie, zorgt ervoor dat gebruikers de rolstoel kunnen bedienen met de voeten of het hoofd. Zo zijn ze niet langer afhankelijk van anderen om zich voort te bewegen.

Co Move IT connect

“Wij beschikken over de wetenschappelijke en technologische kennis, terwijl VIGO jarenlang ervaring heeft met het begeleiden van CP-patiënten”, aldus CEO van CoMoveIT Frederik Vervenne.

“We besloten samen te werken, zodat wij onze oplossing kunnen blijven verbeteren en aanvullen op basis van de ervaringen en de input van de zorgverstrekkers van VIGO, die de patiënten optimaal kunnen begeleiden, win-win.”

Ook Mobilab & Care, een expertisecentrum verbonden aan de Thomas More Hogeschool focust op technologische zorginnovatie. “Aan de hand van artificial intelligence, monitoringsystemen, 3D-scan en print, robotica, biomechanische testen, enzovoort kunnen we praktisch toepasbare technologische innovaties onderzoeken, ontwikkelen en testen om te gebruiken in de zorgsector”, aldus Tom Saey, ingenieur bij Mobilab & Care.

“We zetten technologie in om de zorg slimmer te maken. Een concreet voorbeeld hiervan is het gebruik van een actief exoskeleton dat CVA-patiënten ondersteunt bij revalidatie-oefeningen.”

Obstakels?

Opdat de kruisbestuiving tussen technologisch georiënteerde bedrijven en orthopedische bedrijven tot betere oplossingen voor de patiënt leidt zijn er enkele aandachtspunten waar we over moeten waken: dienstverlening en terugbetaling.

Een orthopedisch hulpmiddel is geen gadget zoals een smartwatch. Als een smartwatch kapot is, kan de gebruiker het perfect terugsturen naar de fabrikant en doorgaan met zijn dagelijkse leven zonder hier last van te ondervinden. Bij een orthopedisch hulpmiddel is dat in de meeste gevallen niet zo. Als de technologie in een orthopedisch hulpmiddel het laat afweten, dan moet dit ook terug naar de fabrikant omdat de technologische kennis daar verzameld zit, maar dan moet het wel zo snel mogelijk opgelost worden. Een snelle en kwalitatieve dienstverlening na verkoop is dus minstens even essentieel als de technologie die achter het hulpmiddel schuilt.

En wat met de terugbetaling van innovatieve technologische hulpmiddelen? Momenteel zijn de terugbetalingsregels voornamelijk gericht op mechanisch vervaardigde producten en niet op technologische oplossingen. Zullen die technologische hulpmiddelen naast de mechanische oplossingen die nu al op de markt zijn terugbetaald worden? Aan welke voorwaarden zullen deze hulpmiddelen moeten voldoen om in de nomenclatuur opgenomen te worden en hoe lang zal dit proces duren? Wie krijgt toegang tot terugbetaling van deze producten en welke criteria worden hiervoor gehanteerd?

Op al deze vragen moet een antwoord komen om het rendabel te maken hierin te blijven investeren, tenzij de kostprijs van het eindproduct gedrukt kan worden, zodat mensen kunnen overwegen om dit zelf te betalen. De regelgever zou dus mee moeten in deze evolutie. Hierin is de BBOT, de Belgische Beroepsvereniging van Orthopedische Technologieën, een stuwende kracht.

Meerwaarde voor de patiënt

Ondanks de hierboven benoemde uitdagingen zijn we ervan overtuigd dat de meerwaarde die geavanceerde technologie biedt voor patiënten dusdanig groot is dat we hierop moeten blijven inzetten. We zien dat er met technologisch ondersteunde hulpmiddelen merkbaar zeer goede resultaten worden geboekt in het voordeel van de patiënt en dat stemt ons hoopvol met het oog op de toekomst.