Afspraak aanvragen

Zo rijd je soepel met je rolstoel – zonder extra moeite

Efficient rijden rolstoel header

Slimmer rijden met je rolstoel, minder kracht zetten, meer vrijheid? Als de beweging soepel voelt, kom je met minimale inspanning precies waar je wilt zijn. Maar soms gaat het nét iets minder vlot. Met een paar kleine aanpassingen of slimme gewoontes merk je dat je soepeler rijdt – zonder je lichaam extra te belasten.

Begin bij het begin: hoe zit jij in je rolstoel?

Een efficiënte rijstijl begint met een stabiele zithouding. Zit je te ver naar voren of achteren, of als je bekken kantelt, moet je voortdurend compenseren met je armen en schouders. Dat kost energie en vergroot de kans op overbelasting.

Tip van de mobiliteitsexpert:

Zorg dat je bovenlichaam in balans is met de as van je achterwielen. Je zit idealiter recht boven de wielen, zodat elke duwbeweging direct kracht overbrengt.

Als je te diep wegzakt in de zitting of met een te lage rugleuning rijdt, zal je dat allicht voortdurend proberen te corrigeren met kleine armbewegingen. Op een dag voel je dat in je schouders.

Laat dus geregeld nakijken of je zithouding nog klopt, vooral als je merkt dat het rijden zwaarder wordt. Elke persoon is anders en zit dus ook anders in een rolstoel. Een paar centimeter verschil in zithoogte of rughoek kan wonderen doen.

Efficiënt rolstoelrijden doe je niet met kracht

Vlot rijden met je rolstoel is geen kwestie van spierkracht, maar van vloeiend bewegen en techniek. Kijk naar ervaren rolstoelgebruikers: hun handen glijden soepel mee met het wiel, ze maken lange duwbewegingen, en ze lijken bijna te zweven.

Een paar principes helpen daarbij:

  • Gebruik een rustige, lange duw. Trek je handen niet meteen los na elke slag, maar laat ze met het wiel meedraaien. Dat bespaart kracht én vermindert schokken in je polsen.
  • Bochten neem je met je gewicht. Leun lichtjes naar de richting waarin je draait, en duw iets harder aan die kant.
  • Blijf soepel in je armen op kasseien of grind. Te stijf duwen maakt de rit zwaarder en minder stabiel.
  • Hou grip. Propere handen maken een groot verschil. Wie vaak buiten rijdt, kan speciale handschoenen met antislip gebruiken: handig bij nat weer of lange ritten.


En obstakels? Die horen erbij. Een drempel, een ongelijke stoep … Allemaal situaties waar je met wat techniek vlot doorheen komt. Gebruik je lichaamsgewicht om de voorwielen iets te lichten, en duw in één soepele beweging door. Hoe meer vertrouwen je opbouwt, hoe natuurlijker het wordt.

[Video] Handige basistechnieken voor rolstoelgebruikers

Rolweerstand: kleine druk, groot verschil

Wie ooit met te zachte banden reed, weet hoe zwaar dat voelt. De rolweerstand stijgt, je armen moeten harder werken, en je verliest vaart bij elke duw.

Een goed opgepompte band rijdt merkbaar lichter en verkleint de kans op schouderblessures. De meeste rolstoelbanden presteren het best rond 6 tot 8 bar. Controleer de spanning minstens één keer per week. Dat kan prima met een fietspomp met drukmeter, bijvoorbeeld.

Op natte of gladde ondergrond mag het iets minder: 4 à 5 bar geeft meer contact met de grond en dus betere grip.

Wist je dat …

Een rolstoel met de juiste bandenspanning kan tot 20% lichter rijden. Dat voel je letterlijk in elke duw.

Een propere stoel rijdt beter

Vuil, haren of zand tussen je assen of lagers? Dat lijkt onschuldig, maar het vertraagt je stoel ongemerkt. Maak er een gewoonte van om je rolstoel regelmatig een klein onderhoud te geven.

Eén keer per maand:

  • Maak de banden schoon en controleer op slijtage.
  • Kijk of de bouten nog goed vastzitten en draai aan waar nodig.
  • Controleer de remmen en assen.


Een rolstoel die soepel rolt, vraagt minder kracht, en dat merk je meteen.

Extra tip: gebruik een droge doek of zachte borstel voor dagelijks onderhoud; vermijd agressieve schoonmaakmiddelen.

Let op: spuit de ‘quick release’-assen van je rolstoel nooit in met vet. Dat trekt vuil en stof aan, waardoor het zich al snel ophoopt. Maak de assen liever schoon met een doek of keukenpapier. Zo blijven ze langer rollen.

Tot slot: luister naar je lichaam

Voelen je schouders of polsen vermoeid na een dag rijden? Dat is geen teken van zwakte, maar van onevenwicht. Kleine signalen zijn vaak de eerste waarschuwing dat er iets niet klopt. Hoe sneller je daarop reageert, hoe beter.

Voel je pijn of spanning in je schouders of polsen, dan is dat meestal geen kwestie van ‘even doorbijten’, maar een teken dat je te veel kracht zet of dat de beweging niet efficiënt genoeg is. Misschien staan je duwpunten te ver naar voren, is je zithouding te passief, of moeten je banden weer wat lucht krijgen.

Ook vermoeidheid aan het einde van de dag zegt iets: een goed afgestelde rolstoel laat je energie besparen. Merk je dat je sneller uitgeput raakt bij dezelfde afstand of inspanning, dan is het zinvol om te kijken of je zithouding of afstelling ongemerkt veranderd is.

Tip: Een rolstoel hoort met jou mee te bewegen, en je niet tegen te werken. Kleine aanpassingen kunnen een groot verschil maken. Laat daarom minstens één keer per jaar je zithouding en afstelling controleren door een expert.

Heb je zelf een rolstoelvriendelijke tip?

Wat werkt voor jou? Deel je ervaring op social media met de hashtag #Vigotip of via connect@vigogroup.eu. Jouw tips kunnen anderen inspireren!